TIPS en TRUCS voor het tentamen
Hieronder worden een aantal aanwijzingen gegeven ter voorbereiding op het tentamen. De bedoeling van deze pagina is
om veelgemaakte fouten te voorkomen en studenten inzicht te geven in de beoordelingscriteria. Lees vooral ook alle theorie
een keer door en oefen beslist niet alleen de oude tentamens want dan ontgaat je de systematiek en is ieder tentamen een
volstrekt nieuw probleem voor je terwijl het de bedoeling is dat je met de aangeboden generieke methoden ieder probleem
kunt oplossen.
Statisch onbepaalde constructies
Onderscheid kunnen maken tussen geschoorde en ongeschoorde constructies,
ook wel constructies met niet-verplaatsbare knopen en constructies met verplaatsbare knopen. Fouten hierin worden
zeer streng aangerekend, het betreft hier dan een analyse-fout waardoor een foutieve modelvorming wordt toegepast.
Alleen in een knoop waar twee staven samenkomen en waar geen uitwendig koppel op aangrijpt, zijn de momenten in de aansluitende
staven gelijk! In alle andere gevallen zijn alle momenten in principe ongelijk aan elkaar. Uiteraard moet de knoop in
momentenevenwicht verkeren dus niet alle momenten zijn onafhankelijk te kiezen.
De tekens van de hoekverdraaiing zijn essentieel, fouten bij het opstellen van de vormveranderingsvergelijking worden
daarom bijzonder streng meegenomen in de beoordeling.
Bij verplaatsbare knopen is een correcte beschrijving van de kinematica een essentieel onderdeel van de modelvorming,
ook de virtuele arbeidsvergelijking moet kloppen qua tekens en vergeet niet alle belastingsaandelen mee te nemen.
Let bij verplaatsbare knopen op het onderscheid tussen de (starre) rotatie van het mechanisme (theta) en
de hoekverdraaiing van de werkelijke constructie (phi). Geklungel hiermee geeft eigenlijk aan dat je de
methode niet hebt begrepen en dan heb je het leerdoel voor dit onderdeel dus niet gehaald.
Bij constructies met verplaatsbare knopen komen puntlasten op de knopen niet in de v.v.v. maar wel in de virtuele arbeidsvergelijking,
ga zelf eens na waarom dat zo is en bestudeer de vele voorbeelden in het boek!
Laat geen punten liggen door geen correcte momentenlijn te tekenen. Civiel ingenieurs communiceren m.b.v. M-lijnen,
gerommel met M-lijnen en inconsistenties worden als zeer ernstige fouten opgevat.
Ook het vinden van een normaalkracht in een schuine poot door even een deel van de constructie vrij te maken en het
evenwicht te bepalen van het "free body diagram" wordt als bekend verondersteld (1e jaar CT1031).
Stabiliteit
Onderscheid de diverse modellen, starre staven met veren (rotatie/translatie), gekoppelde starre staven (evt met veren),
buigzame staven (5 basisgevallen volgens buigingsknik van Euler), verend ondersteunde op druk belaste buigzame staven
(3 basisgevallen, eenzijdig verend, geschoord en ongeschoord verend)
Houd rekening met meerdere knikvormen, denk aan de tui-constructie uit het college waarbij zowel een starre knikvorm als een
Eulerse knikvorm kon optreden.
De theorie van de 4e orde D.V. waarbij met name de verwerking van de randvoorwaarden centraal staat.
De meeste fouten worden gemaakt bij het bepalen van de verende werking van delen van de constructie die weerstand bieden
tegen de knikvorm, zorg dat je handig bent met de vergeet-mij-nietjes.
Zorg dat je de begrippen kent, "vertakkingspunt, labiel, neutraal, indifferent, 1e orde berekening, 2e orde berekening".
Maak geen "suffe" fouten met de rekenmachine, teveel studenten zijn zeer onbedreven in het omgaan met "breuken" op de
rekenmachine. Zorg dat je goed met haakjes en met stelsels overweg kunt.
Elasticiteitstheorie
Lees goed de vraagstelling, welke tensor wordt bedoeld (gerelateerd aan een specifiek assenstelsel)
Een cirkel van Mohr is pas in orde als de assen correct zijn, de cirkel en de locatie van het richtingencentrum kloppen.
Bestudeer ook hier de theorie, wat zijn de invarianten en wat is het verschil tussen een 1e en een 2e orde tensor ?
Bij spanningen is de richting vanuit het RC de richting van de normaal van het vlak waarop de spanningen worden gevraagd, bij
rekken is de richting vanuit het RC de vezelrichting.
Met behulp van de tensorrekening moet het duidelijk zijn dat je een rek niet kunt ontbinden in twee richtingen, dat geldt dus ook voor andere
2e orde tensoren. Een schuine veer met een stijfheid k is dus in het algemeen niet te vervangen door twee loodrecht op elkaar staande veren!
Let op de + en de - in de spanningsrek-formules op het formule blad. Hier worden vaak onnodige fouten mee gemaakt. Deze formules zijn generiek
geldig ongeacht het assenstelsel en gelden daarmee ook voor hoofdspanningen, zie hiervoor ook de college-voorbeelden
Kijk ook eens naar het demo-programma over de cirkel van Mohr. Download dit programma en ga er even 1x heel serieus door heen.